Doorzoek VKGN Richtlijnen
Inhoud
Tumortype
Syndromen
- Adenomateuze polyposis e.c.i.
- ATM, BARD1, BRIP1, PALB2, RAD51C en RAD51D-geassocieerd verhoogd risico op mamma- en/of ovariumcarcinoom
- BAP1 tumorpredispositiesyndroom (BAP1-TPDS)
- BARD1
- Birt-Hogg-Dubé syndroom
- BRCA1/2-geassocieerd mamma/ovariumcarcinoom
- BRIP1
- CDKN2A
- CHEK2-geassocieerd mammacarcinoom
- Constitutionele Mismatch Repair Deficiëntie (CMMRD)
- CTNNA1
- DICER1
- Dyskeratosis Congenita
- Erfelijk en familiair melanoom
- Erfelijk en familiair niercelcarcinoom
- Erfelijk pancreascarcinoom
- Erfelijk paraganglioom/feochromocytoom
- Erfelijk en familiair prostaatcarcinoom
- Familiair colorectaal carcinoom
- Familiair mammacarcinoom en/of ovarium/tubacarcinoom
- Familiair testiscarcinoom
- Familiaire adenomateuze polyposis (FAP)
- Fanconi Anemie
- Hereditair diffuus maagcarcinoom (HDGC) en Hereditair lobulaire borstkanker (HLBC)
- Hereditaire leiomyomatosis en niercelcarcinoom
- Hyperparathyreoïdie-kaaktumorsyndroom / CDC73-related disorder
- Juveniele polyposis syndroom
- Li-Fraumeni syndroom
- Lynch syndroom
- MAX
- MITF
- Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)
- Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2)
- MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP)
- Neurofibromatosis type 1
- Neurofibromatosis type 2
- Nijmegen breuksyndroom
- NTHL1
- PALB2
- Peutz-Jeghers syndroom
- POLE/POLD1 Polymerase Proof-reading Associated Polyposis (PPAP)
- PTEN hamartoom tumor syndroom (voorheen Cowden syndroom)
- RAD51C
- RAD51D
- Retinoblastoom
- Serrated polyposis syndroom
- TMEM127
- Tubereuze sclerose complex (TSC)
- Von Hippel-Lindau, Ziekte van
- WAGR
Constitutionele Mismatch Repair Deficiëntie (CMMRD)
Laatste inhoudelijke update: 2017
Betrokken gen(en) MLH1, MSH2, MSH6, PMS2
Expert opinion
Diagnostische criteria
-
Vaststelling van bi-allelische mutaties in één van de MMR-genen
-
Verdenking op CMMRD: bij een score >3 punten (zie tabel 1)
Tabel 1. Criteria opgesteld door het Europese consortium Care for CMMRD1. Indicatie voor diagnostiek naar CMMRD bij een patiënt met kanker bij een score van ≥3 punten
Maligniteit / voorstadium van kanker: |
|
Een maligniteit uit het Lynch syndroom spectrum* op een leeftijd <25e jaar |
3 punten |
Multipele adenomen in de darm <25e jaar en afwezigheid van APC/MUTYH mutatie(s) of een enkel hooggradig dysplastisch adenoom <25e jaar |
3 punten |
WHO graad III of IV glioom <25e jaar |
2 punten |
T cel NHL of sPNET** <18e jaar |
2 punten |
Elke maligniteit <18e jaar |
1 punt |
Additionele kenmerken: |
|
Klinische kenmerken van NF1 en/of ≥2 gehyperpigmenteerde en/of gehypopigmenteerde huid laesies met doorsnede >1² cm |
2 punten |
Diagnose Lynch syndroom bij een eerste- of tweedegraads familielid |
2 punten |
Een maligniteit uit het Lynch syndroom spectrum* voor de leeftijd van 60 jaar bij een eerste-, tweede- of derdegraads familielid |
1 punt |
Een broer of zus met een maligniteit uit het Lynch syndroom spectrum*, een hooggradig glioom, sPNET of NHL |
2 punten |
Een broer of zus met elk type kanker op de kinderleeftijd |
1 punt |
Multipele pilomatrixomen*** in de patiënt |
2 punten |
Eén pilomatrixoom in de patiënt |
1 punt |
Agenesie van het corpus callosum of niet-therapie-geïnduceerde cavernomen in de patiënt |
1 punt |
Consanguine ouders |
1 punt |
Deficiëntie/laag gehalte IgG2/4 en/of IgA |
1 punt |
* Colorectaal, endometrium, dunne darm, ureter, nierbekken, galgang, maag, blaas carcinoom
** sPNET: supratentoriële primitief neuroectodermale tumor
*** Een pilomatrixoom is een benigne nodus (dermaal, subcutaan) uitgaande van de haarmatrix
Kenmerken
Overervingspatroon
-
Autosomaal recessief
Prevalentie
-
Zeldzaam
Kliniek
-
Zeer hoog risico op ontwikkeling van een hersentumor meestal <10 jaar
-
Zeer hoog risico op een tumor in de tractus digestivus (vooral colorectaal carcinoom maar ook dunne darm carcinoom) meestal >10 en <30 jaar
-
Hoog risico op ontwikkeling van een hematologische maligniteit (vnl. Non-Hodgkin lymfoom en leukemie) meestal <10 jaar
-
Verhoogd risico op Lynch syndroom geassocieerde tumoren zoals endometriumcarcinoom en urineweg tumoren, op jongvolwassen leeftijd
-
Huidkenmerken:
-
Café-au-lait maculae die vaak grillige randen hebben en verschillende intensiteiten van pigmentatie kunnen bevatten en zich daarmee onderscheiden van de café-au-lait maculae van Neurofibromatose type 1
-
Hypopigmentaties, axillaire freckling, neurofibromen en Lisch noduli zijn ook beschreven
-
-
Overige kenmerken(zeldzaam):
-
Agenesie van het corpus callosum en heterotopie van de grijze stof
-
Immuundeficiëntie: IgA-deficiëntie, IgG2/4-deficiëntie
-
Lupus erythematosus
-
Multipele pilomatrixomas
-
Multiple cavernomen
-
-
Verhoogde kans op multipele tumoren (synchroon en metachroon)
Genetische basis
-
Homozygote of compound heterozygote mutaties in één van de DNA mismatch repair (MMR) genen: MSH2 (ook EPCAM deleties), MLH1, MSH6 en PMS2
-
Frequentste oorzaken zijn mutaties in PMS2, ~50%
Beleid
Indicatie voor verwijzing naar de klinisch geneticus voor counseling en DNA-diagnostiek
-
Zie tabel 1
DNA-diagnostiek
-
Bij patiënten met verdenking op CMMRD op basis van genoemde criteria: immuunhistochemie (IHC) van de MMR-eiwitten op tumormateriaal
-
Afhankelijk van de IHC-uitslag, sequentieanalyse van de MMR-genen. Bij zeer sterke klinische verdenking (bijvoorbeeld (atypische) café-au-lait maculae bij kind met kanker typisch voor CMMRD), ook sequentieanalyse van de MMR-genen bij normale immunohistochemie uitslag, te beginnen met PMS2
-
In geval van een hematologische maligniteit is IHC niet mogelijk, dan IHC eventueel op ander beschikbaar solide weefsel of een huidbiopt, of direct overgaan op analyse van de MMR-genen, te beginnen met PMS2
-
MSI-analyse is een weinig sensitieve test voor met name hersentumoren bij CMMRD
-
Indien mutatie bekend: presymptomatisch DNA-onderzoek na counseling door een klinisch geneticus met ondersteuning van een psychosociale hulpverlener
Periodiek onderzoek
-
Zie tabel 2
-
In research verband en na grondig bespreken van voor- en nadelen
Algemeen
-
Beleid en follow-up mutatiedragers in multidisciplinair verband (Kinderoncologie, kinder MDL-arts, Klinische Genetica)
Tabel 2. Surveillance protocol opgesteld door het Europese consortium ‘Care for CMMRD’2
-
TYPE KANKER
START LEEFTIJD
PROCEDURE / INTERVAL
Hersentumoren
Vanaf 2 jaar
MR, 1x /6-12 maanden*
Gastrointestinale maligniteiten
Dunnedarm kanker
Vanaf 10 jaar
VCE, gastroduodenoscopie**; 1x/ jaar
Colorectaal carcinoom
Vanaf 8 jaar
Ileocoloscopie 1x/jaar
Hematologische maligniteiten
NHL/andere lymfomen
Vanaf 1 jaar
Klinisch onderzoek 1x/6 maanden
Optioneel: abdominale echo 1x /6 maanden***
Leukemie
Vanaf 1 jaar
Bloedbeeld 1x/6maanden***
Lynch syndroom geassocieerde tumoren
Vanaf 20 jaar
Gyneacologisch onderzoek, transvaginale echo, pipelle curettage (1x per jaar)
Urine cytologie, dipstick (1x per jaar)
* Nederlandse taakgroep Kinderneuro-oncologie adviseert 1x/6 maanden
** Tegelijk met coloscopie onder narcose
*** In Europese richtlijn opgenomen, maar nut wordt zeer betwijfeld door Nederlandse taakgroep.
Kinderoncogenetica en dit deel van de screening zou achterwegen gelaten kunnen worden
Literatuur
-
Wimmer K, Kratz CP, Vasen HF et al. Diagnostic criteria for constitutional mismatch repair deficiency syndrome: suggestions of the European consortium 'care for CMMRD' (C4CMMRD). J Med Genet 2014; 51: 355-65
-
Vasen HF, Ghorbanoghli Z, Bourdeaut F et al. Guidelines for surveillance of individuals with constitutional mismatch repair-deficiency proposed by the European Consortium ‘Care for CMMR-D’ (C4CMMR-D). J Med Genet 2014; 51: 283-93