Richtlijnen VKGN - StOET

Index

Doorzoek VKGN Richtlijnen

Versie : 6 | Auteur : VKGN - Stoet | Laatste wijziging : 2024-08-30 12:07:27 door : VKGN - Stoet

Tubereuze sclerose complex (TSC)


Laatste inhoudelijke update: 2017

Betrokken genen TSC1, TSC2

Expert opinion

 

Diagnostische criteria

  • Vaststelling van een mutatie in het TSC1- of TSC2-gen

  • Op klinische gronden kan de diagnose TSC gesteld worden bij aanwezigheid van 2 major criteria of 1 major en 2 minor criteria; vermoedelijk TSC bij 1 major en 1 minor kenmerk

 

Major criteria

  • ≥3 angiofibromen in het gelaat (80-90%) of voorhoofd plaque (20%)

  • ≥2 niet-traumatische (peri-)unguale fibromen (20-50%)

  • ≥3 hypomelanotische maculae (90%)

  • Chagrijn plek/bindweefselnevus (20-80%)

  • Multipele nodulaire retina hamartomen (>50%, bij 15% bilateraal)

  • Corticale tubers (80%)

  • Subependymale noduli (80%)

  • Subependymale reuscel astrocytoom (5-10%)

  • Cardiale rhabdomyomen (40-70%)

  • Lymphangioleiomyomatosis (LAM) longen (2-49% bij vrouwen)

  • Renale angiomyolipomen (40-80%)

 

Minor criteria

  • Tandglazuurputjes (50-70%)

  • Radiaire migratie lijnen in cerebrale witte stof

  • Gingiva fibromen (45%)

  • Hamartomen buiten de nier (23%)

  • Achromatische retina plek

  • Multipele niercysten (20%)

 

Kenmerken

Overervingpatroon

  • Autosomaal dominant, hoge penetrantie (tot 100%), de novo 75%, cave mozaïcisme

 

Prevalentie

  • 1 per 10.000 -30.000

  • In Nederland: 1.000-1.500 patiënten

 

Kliniek

Er is een grote variabele expressie in ernst en ontstaan van de symptomen genoemd bij de major en minor criteria. Tevens kunnen andere symptomen/aandoeningen voorkomen: epilepsie (80-90%), ontwikkelingsstoornissen (60%), waaronder mentale retardatie (50%), autisme en aan autisme verwante stoornissen (25-50%), ADHD (50%), overige gedrags- en psychiatrische stoornissen, waaronder agressief gedrag (25-30%), slaapstoornissen, stemmingsstoornissen, niercelcarcinomen (2-5%), neuro-endocriene tumoren, extra-renale angiomyolipomen en multifocale micronodulaire pneumonocyten hyperplasia (40-58%). Tekenen van verhoogde intracraniële druk waaronder hoofdpijn en visusstoornissen (3%)

 

DNA-onderzoek

  • 2 genen: geen evidente geno-fenotype correlatie, behoudens in ernst (TSC2 > TSC1)

  • TSC1 (hamartine, 25%)

  • TSC2 (tuberine, 75%)

  • Contiguous gene deletion syndrome TSC2-PKD1

 

Beleid

Indicatie voor verwijzing naar de klinisch geneticus voor counseling en DNA-diagnostiek

  • Patiënten/families die voldoen aan de diagnose TSC of met een verdenking op TSC

 

DNA-diagnostiek

  • Mutatiedetectie in ruim 90% van de families die aan de diagnostische criteria voldoen

 

Periodiek onderzoek

  • Openbare Richtlijn onder downloads, zie link: www.stsn.nl

 

Behandeling (in gespecialiseerd centrum/UMC)

  • Wijzen op de mogelijkheid van aanmelding bij het TSC Expertise centrum in Sophia- of Wilhelmina Kinderziekenhuis, of het UMCU of Erasmus MC voor volwassenen

  • Overweeg bij renale angiomyolipomen embolisatie of medicamenteuze therapie met mTORC1 remmers (alleen geregistreerd voor volwassenen)

  • Overweeg bij groeiende asymptomatische reuscelastrocytomen chirurgische verwijdering of medicamenteuze therapie met mTORC1 remmers

  • Informeer de ouders over de uitingsvormen van epilepsie en overweeg bij medicamenteus onbehandelbare epilepsie de mogelijkheid van epilepsiechirurgie. Onderzoek naar het effect van mTORC1 remmers wordt verricht

  • Volg de intellectuele en de sociaal-emotionele ontwikkeling van alle TSC-kinderen (d.m.v. Tuberous sclerosis associated neuropsychiatric disorders TAND-vragenlijst)

  • Informeer de ouders over ontwikkelingsgerelateerde problematiek. Indien epileptische aanvallen het leren beïnvloedt kan LWOE (Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie) worden ingeschakeld. Bij ontwikkelingsachterstand, leer- en gedragsproblemen kan men de ouders verwijzen naar "maximal-effort exercise" (www.mee.nl)

  • Behandeling van huidafwijkingen met zalf met mTORC1-remmers of lasertherapie

  • Storende fibromen in de mondholte kunnen kaakchirurgisch worden gecorrigeerd

  • Bij vrouwen met TSC dienen oestrogenen (OAC) en roken te worden vermeden i.v.m. verhoogd risico op LAM. Oophorectomie, progestiva en rapamycine kunnen als behandeling van LAM worden overwogen

 

Website

Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland

 

 

Literatuur

  1. Curatolo EP. Tuberous sclerosis complex: from basic science to clinical phenotypes. London Mac Keith Press 2003

  2. Gómez MR, Sampsom JR, Whittemore VH. Tuberous sclerosis, 3nd edition. New York-Oxford: Oxford University Press 1999

  3. Management of CNS-related disease manifestations in patients with tuberous sclerosis complex. Curr Treat Options Neurol 2013; 15: 618-33

  4. Krueger DA. International Tuberous Sclerosis Complex Consensus Group. Tuberous sclerosis complex diagnostic creteria update: recommendations of the 2012 International Tuberous Sclerosis Complex Consensus Conference. Pediatr Neurol 2013; 49: 243-54

  5. Geneesmiddelenbulletin, Gezichtsvelden geadviseerd bij vigabatrine. Geneesmiddelenbulletin 1998; 32: 25-6

  6. Krueger DA, Northrup H. International Tuberous Sclerosis Complex Consensus Group. Tuberous sclerosis complex surveillance and management: recommendations of the 2012 International Tuberous Sclerosis Complex Consensus Conference. Pediatr Neurol 2013; 49: 255-65

  7. Openbare Concept Richtlijn Tubereuze Sclerose Complex. Tijdschrift Neurologie en Neurochirurgie 2015; 116: 1: 3-36